Hoe de nieren werken bij het handhaven van de bloeddruk

Inhoudsopgave:

Anonim

Blood Volume Regulation

Een manier waarop de nieren de bloeddruk handhaven, is door de regulatie van het bloedvolume in het lichaam. Zoals de American Heart Association uitlegt, is een van de belangrijkste rollen van de nieren het handhaven van de juiste niveaus van elektrolyten (zoals natrium en kalium) in het lichaam. De hoeveelheid elektrolyten in het lichaam beïnvloedt de hoeveelheid vocht in het lichaam. Wanneer de elektrolytniveaus hoog zijn, behoudt het lichaam meer water, wat op zijn beurt het volume van het bloed verhoogt. Meer bloedvolume resulteert in hogere bloeddruk. De nieren houden dus de bloeddruk in stand door indirect de hoeveelheid bloed in het lichaam te regelen.

Directe controle

De nieren reguleren ook de hormoonhuishouding van de bloeddruk. Om dit te doen, moeten de nieren de bloeddruk direct controleren, wat ze doen door de hoeveelheid bloed die de nieren ontvangen te meten. Zoals de Cardiovascular Physiology Concepts-site uitlegt, wordt deze functie uitgevoerd door speciale niercellen die bekend staan ​​als de juxtaglomerular cellen. Deze cellen bevinden zich in de slagaders die de nieren voeden. Wanneer de bloedtoevoer naar de nieren wordt verminderd, wordt een hormoon, renine genoemd, uitgescheiden. Dit systeem kan onbedoeld leiden tot hoge bloeddruk als de slagaders naar de nieren vernauwd raken omdat de juxtaglomerulaire cellen dit als lage bloeddruk interpreteren, ook al is de bloeddruk in het lichaam normaal (of zelfs verhoogd).

Renin

Renine is een hormoon dat door de nieren wordt aangemaakt en het werkt om de bloeddruk te verhogen. Renine is een eiwit dat interageert met een ander eiwit, angiotensinogeen genaamd. Wanneer renine wordt uitgescheiden, verandert het angiotensinogeen in angiotensine I. Angiotensine I wordt vervolgens in de longen omgezet in angiotensine II. Angiotensine II zorgt ervoor dat de bloedvaten samentrekken, waardoor de bloeddruk stijgt. Het zorgt er ook voor dat de nieren meer natrium en water vasthouden, waardoor het bloedvolume toeneemt.