Cardio-selectieve vs. Niet-cardio-selectieve bètablokkers
Inhoudsopgave:
Betablokkers, ook wel bètablokkers genoemd -adrenerge receptorantagonisten, zijn voorgeschreven medicijnen die voornamelijk worden gebruikt bij de behandeling en preventie van hart- en vaatziekten, waaronder hartaanvallen, hoge bloeddruk en aritmie. Omdat hart- en vaatziekten de nr. 1 doodsoorzaak bij volwassenen zijn, worden deze medicijnen vaak voorgeschreven.
Video van de dag
Classificatie
Er zijn twee overheersende typen bèta-adrenerge receptoren: bèta-1 en bèta-2. Beta-1-receptoren worden voornamelijk in het hart gevonden, terwijl bèta-2-receptoren voornamelijk in andere weefsels dan het hart worden aangetroffen, zoals de luchtwegen, spieren en bloedvaten. Geneesmiddelen die vooral gericht zijn op bèta-1-receptoren worden cardioselectieve bètablokkers genoemd. Niet-cardioselectieve bètablokkers binden aan beide receptortypen. Voorbeelden van cardioselectieve bètablokkers die gewoonlijk in de Verenigde Staten worden gebruikt, zijn metoprolol en atenolol. Voorbeelden van het niet-cardioselectieve type zijn propranolol en nadolol.
Cardiovasculaire effecten
-> Cardioselectieve bètablokkers richten zich op het hart. Photo Credit: raweenuttapong / iStock / Getty ImagesCardioselectieve bètablokkers vertragen de hartfrequentie, verminderen de elektrische geleidingssnelheid in het hart en verminderen de kracht van de samentrekking van het hart. In principe hebben niet-cardioselectieve bètablokkers minder effect op het hart, maar bij "Brunwald's Heart Disease" suggereert Dr. Norman Kaplan dat niet-cardioselectieve bètablokkers vergelijkbare cardiovasculaire effecten hebben bij doses die gewoonlijk worden voorgeschreven. Beide typen bètablokkers maken de toename van de hartslag bot in reactie op inspanning en stress. Het netto effect is om de werkdruk van het hart te verlagen en de bloeddruk te verlagen.
Bijwerkingen
Volgens Dr. Kaplan is het waarschijnlijker dat niet-cardioselectieve bètablokkers de regulering van de bloedsuikerspiegel nadelig beïnvloeden, vooral bij diabetespatiënten. De niet-cardioselectieve middelen veroorzaken ook meer kans op luchtwegvernauwing bij astmatische patiënten, aangezien bèta-2-receptoren in de luchtwegen worden aangetroffen. Bètablokkers in het algemeen kunnen vermoeidheid, seksuele disfunctie en hypotensie veroorzaken, een aandoening die optreedt wanneer de bloeddruk te laag wordt.
Indicaties
Beide soorten bètablokkers worden gebruikt bij de behandeling van hoge bloeddruk. Volgens de American Heart Association hebben bepaalde cardioselectieve bètablokkers soms de voorkeur bij patiënten die een hartaanval, hartfalen of aritmie ondergaan. Niet-cardioselectieve bètablokkers worden gebruikt bij de behandeling van glaucoom. Andere toepassingen voor bètablokkers zijn de behandeling van migraine, angst en tremor.
Contra-indicaties
Beide soorten bètablokkers kunnen gevaarlijk zijn bij patiënten met luchtwegaandoeningen of ademhalingsmoeilijkheden.Volgens Dr. Kaplan worden de niet-cardioselectieve middelen voorzichtig gebruikt bij patiënten met diabetes en andere metabolische aandoeningen. Bètablokkers worden meestal vermeden bij patiënten die al een lage hartslag of lage bloeddruk hebben.