Spieren die de menselijke hand beheersen

Inhoudsopgave:

Anonim

De menselijke hand is een beeld van complexiteit en balans. De spieren die de hand controleren, maken het mogelijk sterk en verfijnd te zijn. Spieren die de handbeweging beïnvloeden, zijn ofwel afkomstig van botten buiten of in de hand. Spieren die van buiten de hand komen, worden extrinsiek genoemd; die van oorsprong uit de hand worden intrinsiek genoemd. Veel extrinsieke handspieren beïnvloeden ook de bewegingen aan de pols en de hand. De behendigheid van de hand is te danken aan een combinatie van deze spieren, maar ook aan ligamenten, botten en gewrichtscapsules.

Video van de dag

Extrinsic Finger Flexors

Er zijn twee extrinsieke hoofdspieren die de vingers in de hand buigen of buigen, alsof ze een vuist maken. De flexor digitorum superficialis (FDS) begint bij de elleboog en heeft pezen die op alle vingers worden aangebracht behalve de duim. Activering van de FDS buigt de vingers bij de eerste twee gewrichten. De flexor digitorum profundus (FDP) is afkomstig van de ellepijp net onder de elleboog en wordt op alle vingers geplaatst, behalve de duim. Activering van de FDP buigt de vingers bij alle gewrichten. Als deze spieren niet worden gecounterd met een extensorkracht, resulteert ook poleflexie.

Extrinsic Finger Extensors

Er zijn drie spieren die werken om de vingers te strekken of te strekken. De extensor digitorum ontstaat vanaf het einde van de humerus (bovenarmbot), gaat naar alle vingers, behalve de duim, en strekt ze uit wanneer ze samengetrokken worden. De extensor digitorum is ook een sterke pols-extensor. De extensoren zijn een kortere spier die net voor de pols is ontstaan ​​en breidt alleen de wijsvinger uit. De extensiometer digiti minimi is vergelijkbaar, alleen het belangrijkste doel is om de pink uit te breiden. Deze spieren gebruiken een uitgebreid mechanisme dat bestaat uit pezen en ligamenten om de controle over de vingers te beïnvloeden.

Hand Intrinsics

De interossei-spieren bevinden zich op de palmaire en dorsale (achterkant van de hand) aspecten van de hand. Dorsale interossei werken om de vingers te ontvoeren of uit elkaar te spreiden behalve de middelvinger. Palmar interossei act adduct of breng de vingers terug naar de middelvinger. Beide sets interossei-spieren worden op het extensiemechanisme ingevoegd. De lumbricals zijn de andere set handintrinsiek. Met deze spieren buig je je vingers naar de eerste knokkel terwijl je de anderen recht houdt.

Duimspieren

De duim beweegt anders dan de andere vingers vanwege de unieke botstructuur en speciale spieren. Met deze spieren kun je je duim zelfstandig gebruiken en in staat zijn om de positie van de vingers te weerstaan. Echter, net zoals de vingers, zijn er intrinsieke en extrinsieke duimspieren. Extrinsieke duimspieren zijn de flexor pollicis longus, extensor pollicis longus en brevis en de abductor pollicis longus.De intrinsieke duimmusculatuur bevindt zich in de thenar-superioriteit, het vlezige deel van je hand tussen je duim en je pols. Deze spieren omvatten de opponens pollicis, abductor pollicis brevis, flexor pollicis brevis en adductor pollicis.