Vingerversterkende oefeningen
Inhoudsopgave:
Vingerversterkende oefeningen helpen bij alles, van het voorkomen van sportblessures tot het verlichten van artritispijn. Gitaristen en bergbeklimmers moeten sterke vingers ontwikkelen, net als typisten die het carpaletunnelsyndroom proberen te vermijden. Fitnessliefhebbers vergeten vaak om oefeningen voor vingerversterking in hun routines op te nemen, trainers bij Indoor Klimmen rapport. Voer dagelijks vingeroefeningen uit aan het einde van uw normale training, maar pas op dat u niet te veel inspant. Oefeningen moeten niet zodanig worden gedaan dat u pijn voelt.
Video van de dag
Houd
vast Houd een gallon melk vast of houd een dumbbell in elke hand met uw vingertoppen losjes aan uw kanten zodat uw vingers al het werk doen. Loop gedurende 100 voet terwijl je de items vasthoudt en zet ze neer om uit te rusten. Tel tot 10 of 20 en pak de items opnieuw op. Herhaal de actie drie keer om de andere dag om de vingers te versterken.
Knijpen
Knijp verschillende knijpballetjes, stressballen of knijpgrips door de bal op te pakken en de knijpbeurt 10 tot 20 seconden vast te houden. Laat los en rust voor een telling tot 10. Maak je eigen knijpapparatuur met behulp van een rubberen bal of een gedeeltelijk opgeblazen medicijnbal; hoe hoger de bal, des te sterker de grip die nodig is om hem vast te houden. Een tennisbal biedt ook een goede hoeveelheid druk om de vingers te werken. Houd het buigzame voorwerp bij uw vingers en houd uw pols en arm uit de vergelijking. Herhaal 10 keer.
Duim Oppositie
Vergroot je flexibiliteit en kracht met een eenvoudige oefening die een duim-oppositie wordt genoemd waarbij je de ene hand rechtop houdt met je vingers naar boven wijzend, neem dan je duim en breng hem stevig aan de vingertop van je pink. Druk zo hard als je kunt zonder pijn te maken en houd hem vijf seconden vast. Beweeg je duim naar de volgende vingertop en herhaal. Voer deze oefening drie keer uit op alle vier de vingers en herhaal dan aan de andere kant.
Buig en vouw
Voer de buig-en-vouwvingeroefeningen op beide handen op hetzelfde moment uit door eerst beide handen omhoog te houden met de handpalmen naar u toe gekeerd. Begin bij de kleine vingers en buig elke buitenvinger naar de tweede knokkel, voorzichtig om de andere vingers stil te houden. Buig daarna de ringvingers, de middelvingers en de wijzende vingers. Stel je voor dat elke vinger een beetje push-up doet. Roteer 10 keer door alle vier de vingers. Deze oefening helpt ook om vingeronafhankelijkheid te ontwikkelen.
Tikken en duwen
Houd beide handen samen alsof ze in gebed zijn, met de vingers licht gespreid. Houd je handpalmen bij elkaar, trek je vingers weg van elkaar en tik twee keer op. Na het tikken, houdt u uw vingers bij elkaar en drukt u eerst opzij en vervolgens op de andere. De oefening moet bestaan uit tikken, tikken, duwen, duwen.Herhaal de oefening 10 keer.