Welke spieren worden er aan het werk tijdens het lopen op een helling?

Inhoudsopgave:

Anonim

Of u nu een loopband gebruikt in de sportschool of een heuvel beklimt in de vrije natuur, op een helling lopen is een geweldige low-impact cardiotraining. Het belast niet alleen uw cardiovasculaire systeem, maar ook verschillende spieren door uw hele lichaam en zelfs enkele in uw bovenlichaam.

Video van de dag

Quadriceps

De quadriceps is een groep van vier spieren - de rectus femoris, vastus lateralis, vastus medialis en vastus intermedius - die samenwerken om het been bij de knie te verlengen. Wanneer u op een helling loopt, werken uw quadriceps om uw leidende been recht te trekken terwijl u de achterste één naar voren brengt.

Hamstrings

De biceps femoris, semitendinosus en semimembranosus vormen de hamstrings aan de achterkant van de dij. Deze spieren werken samen om de dij te verlengen en de knie te buigen. Terwijl je op een helling loopt, werken je hamstrings in de eerste plaats om het dijbeen uit te strekken op je voorpoot terwijl je je achterpoot naar voren beweegt.

Glutes

De gluteus maximus werkt met de hamstrings om de dijen te verlengen terwijl je op een helling loopt. Hoe groter de helling, hoe meer je gluteus maximus en hamstrings moeten werken. De gluteus medius en gluteus minimus werken om het bekken te stabiliseren, zodat de ene kant niet doorbuigt en de zwaaiende ledemaat de grond kan vrijmaken.

Onderbenen

U werkt alle spieren van de onderbenen wanneer u op een helling loopt. De spieren aan de voorkant van het onderbeen werken samen om je tenen en de voorkant van je voet van de grond te tillen terwijl je je achterpoot naar voren brengt. Je oefent de kuitspieren aan de achterkant van het onderbeen intensiever over een helling dan tijdens het lopen op een vlak oppervlak. Je kuiten werken terwijl je je voet van de grond duwt aan het einde van je passen.

Secundaire spieren

Terwijl lopen voornamelijk een oefening van het onderlichaam is, werk je ook een paar spieren aan je bovenlichaam. Je oefent voortdurend je buik- en rugspieren om je bovenlichaam rechtop te houden, vooral als de helling toeneemt. Je werkt de spieren in je schouders en bovenarmen terwijl je de natuurlijke, armzwaaiende beweging uitvoert die gepaard gaat met lopen.